Saturday 25 July 2020

Pieterpad etappe 6 - Schoonloo naar Sleen

Etappe 6, eentje met belangrijke cijfers. Met 24 kilometer is het de langste etappe van Pieterpad deel 1, maar het zou ook de etappe zijn waarin onze totale afstand over de 100 km zou gaan, en onze totale looptijd over de 24 uur. Omdat het in het weekend slecht weer zou worden, werd het ook de eerste etappe die we op een doordeweekse dag (vrijdag) zouden lopen. Ik was benieuwd of dat zou betekenen dat er meer, of juist minder wandelaars zouden zijn.
Maar eerst moesten we naar Sleen, om de auto te parkeren en de bus terug naar Schoonloo te nemen. Google vertelde ons dat we de A28 naar het zuiden moesten nemen, en dan bij Beilen eraf en met de N381 richting Emmen. Helaas had ik niet heel goed opgelet, en reed vrolijk door naar Hoogeveen, waar ik enigszins nattigheid begon te voelen over de nog te rijden afstand en de tijd tot de bus uit Sleen zou vertrekken (een bus die in de vakantie periode 1 keer per uur rijdt). Inderdaad, dat gingen we nét redden; we zouden 1 minuut voor de bus vertrok aankomen. Na iets boven de snelheid rijden en een super slordige inparkeeractie renden we naar de bushalte. Geen bus. Twee minuten later; nog steeds geen bus. Net toen we aan het vloeken waren op buschauffeurs die doodleuk te vroeg vertrekken en het voor ons wandelaars onmogelijk maken om ze te halen, kwam de bus, vier minuten te laat. Maar goed, het scheelde een hoop gedoe.

Uiteindelijk waren we tegen elf uur in Schoonloo, waar het terras bij Hegeman uitgestorven was, want onze start viel midden in een van de plensbuien die de hele ochtend over trokken. Het eerste stuk van de route, door velden bij het dorp, was dan ook in een grauwe regensluier.

Velden, met in de verte het Schoonloer Veld.
Vrij snel daarna liepen we het bos in, dat vreemd genoeg het Schoonloer Veld heet. Maar ook dit bos is weer aangelegd door duizenden tewerkgestelden die de heide ontgonnen, de grote zwerfkeien uit de grond haalden, ze opbraken om wegen aan te leggen, en in de vakken ertussen bomen plantten. Voor een deel is dit nog echt productiebos, met lange brede paden en bomen in kaarsrechte rijen, maar gelukkig zijn er ook stukjes die wat 'wilder' mogen zijn. En tussen de bossen zijn hier en daar nog hele kleine stukjes die herinneren aan hoe het landschap er vroeger uit zag; kleine open stukjes met heide en vennen. Maar het was vooral bos, deze etappe.

Brede wegen door oneindige rijen bomen.
Stukje heide in het bos (de Meeuwenplassen).
Ter hoogte van het Heerenkamp passeerden we de 100 kilometer. We gaven elkaar een high five... en liepen door. Het voelde een beetje als een anti climax, maar 100 km op een totaal van bijna 500 is nog maar 20 %. Plus, we moesten nog zeker twee derde van de etappe lopen.
De derde kaart van de route was 7,1 km, verreweg de langste 'losse' kaart die we tot nu toe gelopen hadden. En doordat het steeds eindeloos bos was, had je niet echt een gevoel van waar je was op de route, en of het een beetje opschoot. Gelukkig staken we op een gegeven moment het Oranjekanaal over, dat gaf een duidelijk herkenningspunt en ook het gevoel dat we weer een stuk route achter ons konden laten.

Oranjekanaal richting Emmen.
Inmiddels was de lucht al even opgeklaard en na de regen werd het flink warm en broeierig. Met zulk weer was het niet erg om de hele dag door de bossen te lopen, met soms een pad langs de weilanden. Ook omdat we vanwege de grauwe en regenachtige start van de dag er niet aan gedacht hadden om ons in te smeren, of zelfs een zonnebril of pet mee te nemen.
Het liep inmiddels ook tegen tweeën en dit was helaas weer een route met erg weinig bankjes. We waren onderweg al een aantal tegenliggers met volledige bepakking tegen gekomen, waarvan sommigen in de berm gingen zitten om uitgebreid te lunchen, met het opwarmen van van blikjes op hun gasstelletje. Zo ver wilden wij niet gaan, maar gewoon even zitten uitblazen zou wel fijn zijn. Op het punt waar weer een Pieterpad bord stond (Pieterburen zogenaamd 94 km, maar wij zaten toen volgens de app al rond de 105) waren ook twee bankjes, maar beide al bezet door andere lopers. We liepen dus door, en kwamen na nog een kilometer een bankje tegen aan de rand van weer een klein heideveld met een vennetje. De ideale lunchplek.

Het lunchven.
Maar na 20 minuutjes gezeten te hebben, viel het opstaan en verdergaan wel zwaar. Ik ben niet zo goed in lange pauzes, mede omdat je daarna altijd meer moeite hebt om weer op gang te komen. Maar we hadden nog flink wat kilometers te gaan. Langs het Pieterpad monument voor de Pieterpad bedenksters, langs de Galgenberg waar vroeger mensen opgehangen werden, nog steeds door het bos. Zoals tot nu toe vrijwel elke etappe gebeurde kwamen alle wandelaars weer ongeveer bij elkaar, en het laatste stuk liepen we met 4 wandelstellen in een optocht. Naast de wandelaars in volle bepakking, die vooral van zuid naar noord leken te lopen, waren er toch behoorlijk wat andere lopers. Misschien omdat het vakantietijd is, maar het leken er niet meer of minder dan op de weekenddagen.
Nadat we onder de N381 door waren gegaan kwamen de laatste 4 kilometers; volgens de kaart over asfaltweg en door open veld. Zo zonder zonnebril en pet zou dit wel even flink doorbijten zijn, ook over het asfalt met al 20 kilometer in de benen. Uiteindelijk waren er gelukkig wel wat bomenranden langs de wegen, dus we zijn niet echt levend verbrand, maar op zo'n lange etappe zou het wel leuk zijn om een wat inspirerender einde te hebben.

De laatste kilometers, in de verte de kerktoren van Sleen.
En dat is eigenlijk een beetje hoe de hele etappe was; niet heel inspirerend. Veel bos, veel van hetzelfde. Niet echt een aanrader. Gelukkig wel veel zandpaden en af en toe en onderbreking door de heide, maar 24 kilometer door dit soort landschap is wel lang. De volgende etappe belooft 21 kilometer door de open velden, dat is op zich een welkome afwisseling na twee etappes bos. Maar dan ga ik niet weer mijn zonnebril vergeten.

Gelopen: 24-7-2020
Afstand: 24,0 km
Tijd: 5:03

Wednesday 22 July 2020

Pieterpad etappe 5 - Rolde naar Schoonloo

Tijd voor etappe 5! Rolde, Schoonloo en straks Sleen liggen heerlijk op dezelfde buslijn, dus we konden met de auto naar Schoonloo rijden, daar parkeren bij Cafe Hegeman (het middelpunt van het dorp en niet geheel verrassend ook het eindpunt van deze etappe) en met de bus naar Schoonloo voor het beginpunt. Bij de bushalte stonden twee Achterhoekers die hetzelfde plan hadden, en in de bus kwamen we nog twee oudere dames tegen die zich erg zorgen maakten of ze de bushalte nog wel zouden herkennen. Uiteindelijk kwam alles goed, en gezessen liepen we in optocht richting het daadwerkelijke Pieterpad, waar we al snel uiteen gingen op snelheid; de Achterhoekers voorop, dan wij en daarna de dames.
De hunebedden bij Rolde.
 Het eerste deel van de etappe, na de hunebedden, was een rechte lijn over de voormalige spoorlijn Assen - Stadskanaal. Hier en daar lag de rails nog zichtbaar tussen de weg. Na een flink eind pal oost gelopen te hebben boog de route af naar het zuiden. Hier kwamen we op een slingerend zandpad tussen weilanden, met hier en daar houten 'opstapjes' om over het schrikdraad te komen. Ook was er een diepje (het Anderense Diep) die we via een voorde over konden steken. Helaas zagen we de voorde pas nadat we er al omheen waren gelopen. De koeien die er vlakbij stonden hebben het vast vaker zien gebeuren.

Koeien in de velden.
 Na dit mooie slingerende stuk door de weilanden, wat veel langer duurde dan ik met had voorgesteld op basis van het boekje, kwamen we in de Staatsbossen. Deze zijn in het begin van de vorige eeuw allemaal aangeplant door de kansarmen van die tijd, en ik verwachtte dan ook eindeloze rijen dennen door droog zandland te zien gaan. Maar dat viel behoorlijk mee! De bomenrijen zijn inmiddels iets natuurlijker, met hier en daar ondergroei en gevallen bomen. En gelukkig waren er her en der open plekken, niet vanwege een heideveld of ven maar omdat er aardappelen of suikerbieten verbouwd worden. Niet heel natuurlijk, maar het brak het beeld van het bos wel op.

Niet heel eentonig bos.

Agrarische onderbreking.
Het was een flink warme dag, dus op zich was al dat lopen in de schaduw niet eens zo heel erg. Na een kilometer of 12 kregen we toch wel echt honger, maar we hadden de hele weg hooguit twee bankjes gezien. Aan het einde van het bos zou een hoefijzervormig stuk heide komen, met een ven, daar verwachtten we toch zeker bankjes. Maar helaas, zelfs daar was geen bankje te bekennen, dus uiteindelijk hebben we onze lunch op een omgevallen boomstam opgegeten. In de kilometer daarna kwamen we (natuurlijk!) drie verschillende bankjes tegen...

Heide en ven zonder bankjes.
Aan het einde van het bos kwamen we bij het stuk dat het boekje 'even doorbijten' noemde; alleen maar aardappelvelden, suikerbieten, en vakantieparken, zo ver het oog reikt. Dit is inderdaad een stukje om snel door te lopen en nog sneller weer te vergeten. Vlak voor Schoonloo kwam er gelukkig nog een klein bosje, waardoor we de route wel enigszins natuurlijk (en op een zandpad) konden afsluiten.

Op het terras aan het eind van de route kwamen we de Achterhoekers weer tegen, die ruim voor ons gearriveerd waren en alweer opstonden om te gingen. We vroegen wat ze ervan vonden; 'Rustig', was een van de eerste woorden die ze zeiden. En dat kon ik alleen maar beamen. Qua natuur was etappe 4 vast 'officieel' mooier; die omvat twee 'echte' natuurgebieden en allerlei wandelroutes. Maar het gebrek daaraan maakte deze etappe stiekem leuker; er was hier vrijwel helemaal niemand. Op een handjevol mede Pieterpadders en iets meer fietsers na hebben we de hele vier uur vrijwel niemand gezien. En ook geen andere tekenen van beschaving; geen auto's, geen huizen, geen boerderijen (los van de eindeloze aardappelvelden). Sommige stukken van de route waren flink overgroeid en worden duidelijk alleen voor het Pieterpad gebruikt; dan heb je echt het gevoel dat je van de gebaande paden af bent en een uniek stukje van Nederland ziet.

Gelopen: 18-7-2020
Afstand: 18,3 km
Tijd: 4:02

How to be both

How to be both is one of those books I've seen laying on piles in the bookshop for years. I know I picked it up several times, because although the cover picture looked interesting, it was the blurb that always threw me off:
"A renaissance artist of the 1460s. A child of a child of the 1960s.
Two tales of love and injustice twist into a singular yarn where time gets timeless, knowing gets mysterious, fiction gets real - and all life's givens get given a second chance."
Maybe it was because I read too many stories of book readers travelling back to Jane Austen's time to meet 'the real' Mr Darcy, but somehow I made this into one of those crossing-the-barriers-of-time-and-space-love stories.
This was before I found out about Ali Smith. Whose series of novels on Autumn, Winter and Spring I've been raving on about for the last couple of months. Who also wrote this book, and other books with compelling titles such as There but for the. Also, How to be both was actually shortlisted for the Man Booker in 2014. This couldn't be the love-dovey time travel story I took it for.
And it isn't. It is a beautifully written story on, the title says it, how to be both. Both male and female, both grieving and in love, both secure and insecure, both angry and sad. How to know yourself to be one thing, but trying to fight it and willing yourself to be something else. Both characters are a complex mix, pushing themselves to the mental limits of their own possibilities, trying to take the chances they get while at the same time trying to keep themselves safe, protected. I can't remember the last time I read two such realistic portrayals of one's inner life, of the choices people make because they cannot be fully honest to themselves.
The first part is about Georgia (George, she calls herself), living together with her father and brother since her mother died. She is very sharp, very intelligent, but the death of her mother has left her scarred. When she isn't punishing herself for not being kinder to her mother while she was alive, or to her father who is going out of his mind with grief, she spends a lot of time thinking about the trip they took to Ferrera, Italy, to look at paintings in a hall. Her mother had seen a couple of the paintings online and on a whim decided she wanted to visit the whole palace. There, George is intrigued by what turn out to be the paintings of  Francesco del Cossa. Several of these paintings are reproduced on the inside covers of my copy, but Ali Smith's descriptions are good enough to paint a mental picture.
The second part of the novel took some getting used to. I was expecting the story of George, who has now made a friend and is somewhat moving forward, to come to a resolution. But then the language changed, the sentences became short and waving all over the page. I thought this was one of the short interludes that can also be found in Smith's other novels, but the sentences became longer and more coherent and suddenly I found myself in the middle of Francesco del Cossa's life. I won't spoil much more about that, other than to say that somehow the life of a fifteenth century renaissance painter can be as recognisable and compelling as the life of a modern teenager. And there is more to learn about colours, complexions and compositions than I ever thought.
I don't know how Ali Smith does it, but again this novel left me feeling enriched, as if I know more about the world, its history, and the people in it, without telling a story that goes straight from A to Z and comes to a nicely wrapped up resolution. Her stories are always a bit messy, fringed at the edges, but somehow that makes them all the better. And in the end, the whole novel comes together, with even that memorable cover photograph playing an important part after all. She is so clever in her storytelling, without really showing it. Next time, I won't let the blurb throw me off.

Wednesday 15 July 2020

Pieterpad etappe 4 - Zuidlaren naar Rolde

De herfst leek wel begonnen, afgelopen week, maar gelukkig brak zondag toch nog de zon een beetje door. Precies op tijd voor wat volgens meerdere Pieterpad veteranen de mooiste etappe zou worden: van Zuidlaren naar Rolde. Een route die door maar liefst twee prachtige Drentse natuurgebieden voert; de Gasterse Duinen en het Balloërveld.
Maar eerst moesten we er natuurlijk nog komen; met dezelfde lijn 5 als waarmee we na etappe 3 waren terug gereden. In de bus zat nog een stel dat duidelijk uit wandeling ging, maar na de eerste bochtige stukken in Zuidlaren staken zij de weg over en verdwenen; óf de verkeerde afslag, óf ze waren geen Pieterpadders. Toen liepen we ineens met z'n tweeën, op het terrein van Dennenoord, ooit begonnen als "Vereniging voor verzorging van krankzinnigen en zenuwlijers". Daarvoor was een compleet bos nodig en daardoor is de huidige GGZ instelling nu nog steeds prachtig gelegen in de bossen, maar tegelijk midden in Zuidlaren.

Bospad bij Dennenoord. Hier kwamen we een mevrouw tegen die vroeg of we een man met een rugzak hadden gezien. Toen we zeiden van niet, zei ze 'Oh, dan is het goed!'
Na een korte stop bij het hertenpark liepen we Dennenoord af, onder de N34 door, langs een restaurant prachtig gelegen vlak aan de Drentse A (of  Schipborgsche Diep/ Oudemolense Diep / Gasterse Diep; ik hou het hier overal even bij Drentse A) en hoppa, we stonden midden in de natuur. Graslanden met hier en daar een stukje bos, overal doorkruist door het slingerende water. Geen bebouwing of verharde weg te zien. Ik heb hier vaker gelopen, maar om vanaf deze kant het gebied in te komen en de overgang van weiland naar hooiland naar bos naar heide te zien is wel echt heel erg mooi.

Doorkijkje naar de hooilanden.

De Drentse A.

De Gasterse Duinen.
Aan de zuidkant van de Gasterse Duinen stond het eerste officiële hunebed van de route en hier hadden we afgesproken met een collega die in Gasteren woont. Naar wat bleek; letterlijk 20 meter van het Pieterpad af! Zij loopt dus elke ochtend een rondje door deze natuur. Je zou er bijna voor verhuizen.
In haar achtertuin werden we rijkelijk voorzien van broodjes, kersen, thee en andere dranken, terwijl de zon ons langzaam bruin bakte. Na twee en een half uur was het zwaar om weer op pad te gaan, maar we hadden nog maar 9 van de 18 kilometer gehad. Na een tochtje door Gasteren zelf kwam echt een 'tussenstukje' langs een wat drukkere weg, maar al gauw konden we linksaf slaan het Balloërveld op. Het was inmiddels een uur of drie op zondag, op een van de eerste mooie dagen in een week, en het was dan ook behoorlijk druk. Nu kwamen we ook wat mede-Pieterpadders tegen, hoewel de meeste wandelaars de rondwandeling liepen.

Balloërveld; brede zandpaden door oneindig heideland.
Er waren inmiddels wat wolken gekomen, wat eigenlijk wel fijn was, want het was behoorlijk zweten. Aan de zuidkant van het Balloërveld staat een 'Baak', die ons vertelde dat we al 67 kilometer gelopen hadden sinds Pieterburen (volgens onze app was het al meer dan 70, maar het baak weet natuurlijk niet van de omleidingen). De vorige keer dat we hier liepen, een week of acht geleden, was dit het punt waarop we besloten dat we nu toch écht het Pieterpad zouden gaan lopen. Leuk om onderweg steeds dit soort sporen tegen te komen, en er nu als daadwerkelijke Pieterpadder langs te komen.
Het hele Balloërveld was de kerktoren van Rolde het enige teken van beschaving dat continue zichtbaar was, en eenmaal het veld af was het een vrij rechte weg richting het dorp. We liepen inmiddels weer in een treintje, met achter ons drie andere Pieterpad stellen. Wonderlijk hoe je op de een of andere manier tegen het einde van een etappe steeds weer met elkaar samen klit. Aan de rand van het dorp hebben we de etappe gestopt, niet helemaal op het daadwerkelijke eindpunt, maar op een makkelijk herkenbaar punt om de volgende keer weer te starten. De bus was helaas net een paar minuten weg, dus we moesten bijna een uur wachten, maar gelukkig verkoopt men Rolde ook schepijs.
Ondanks dat de route door twee natuurgebieden voerde die ik al vrij goed kende, was het verreweg de mooiste etappe tot nu toe. Vrijwel alleen maar onverharde paden (soms best zwoegen door het mulle zand), echt ver weg van dorpen of mensen, helemaal alleen in de natuur. De etappe is maar 18 kilometer, dus als je maar 1 etappe ooit wilt lopen; dit is zeker een aanrader!

Gelopen: 12-7-2020
Afstand: 17,3 km
Tijd: 3:57

Sunday 5 July 2020

Pieterpad etappe 3 - Groningen naar Zuidlaren

Na etappe 2 geëindigd te zijn bij mijn huis, konden we etappe 3 natuurlijk ook weer starten vanaf de voordeur. Even richting de Parkbrug over het kanaal lopen, en we konden beginnen. Deze etappe zou langer zijn dan de vorige, namelijk 21 kilometer, maar omdat we het eerste stukje vanaf het station al gelopen hadden was hij uiteindelijk een stukje korter. En het eerste stuk was daardoor voor ons één continue trek naar het zuiden, eerst parallel aan het kanaal en daarna langs de slingerbochten van de Drentse A, met rechts het Paterswoldse meer. Voor mij is dit allemaal bekend terrein; het bordje richting Pieterburen en de Pieterberg, met de bankjes erbij, ben ik al zeker honderd keer langs gefietst in mijn leven, maar nu kon ik hem daadwerkelijk als Pieterpadloper op de foto zetten.

Om het even in perspectief te plaatsen.
We liepen weer in een kleine optocht van vier groepjes, steeds wisselend van volgorde; na een tijdje achteraan gelopen te hebben haalden we de anderen in en kwamen als eerste Haren binnen. De rest van de toch bleef het een beetje stuivertje wisselen met deze groepjes en nog twee groepjes die we later tegen kwamen. Ook kwamen we twee wandelaars tegen die duidelijk onderweg ook kampeerden, en met volle bepakking de toch ondernamen. Het is leuk dat zoveel mensen het pad lopen, maar zeker als ze nogal luidruchtig zijn in hun gesprekken is het soms wat jammer van de mooie natuur waar je ook door loopt.
Na een klein stukje Haren doken we de polders en weilanden ten zuiden van Haren in, en daarna de eerste echte bossen van het hele pad. Je kon aan alles merken dat we op de Hondsrug waren, met overal stuifzand en soms vrij grote hoogteverschillen naar links of rechts.

Ergens tussen Haren en Glimmen.
Na het oversteken van de spoorbrug bij Onnen kwamen we echt in bekend terrein terecht; de Appèlbergen (ik zet het accent er expres op, omdat sommigen denken dat dit gebied iets met bergen van appels te maken heeft, terwijl het gaat om een oude appèl plaats). Dit is een heide/veen gebied even ten zuiden van de stad, waar ik regelmatig heb gewandeld. Gelukkig liepen we achter twee onzekere oudere dames aan die constant vroegen of ze nog de goede kant op gingen, anders waren we uit automatisme doorgelopen via onze normale route en hadden we een Pieterpad afslag gemist.
Na al de hele tijd dreigende grijze luchten gehad te hebben werd het weer nu echt vies druilerig, met af en toe flinke windvlagen. In het bos was het niet zo te merken, maar langs het veen in de Appèlbergen kregen we de volle laag. Tijd om het paviljoen op te zoeken en op te warmen met een kop thee en een pannenkoek.

Een druilerig Grote Veen in de Appèlbergen.
Het weer werd er helaas niet beter op, en het open stuk tussen de Appèlbergen en het Noordlaarderbos kregen we af en toe de volle laag van wind en regen. Het Noordlaarderbos is ook zo'n plek waar ik zelf regelmatig ga wandelen; nu liepen we niet echt door het bos maar langs de rand, langs het NIVON huis dat vanwege alle corona perikelen gesloten was. Daarna kwamen we in een bijna on-Hollands glooiend gedeelte, met smalle zandpaden kronkelend door de velden. Om duidelijk te maken dat we nog steeds in Nederland waren, stonden deze velden dan wel helemaal vol met wiet (eigenlijk hennep).

Idyllisch paadje en wietveld.
Vlakbij de route kwamen we de eerste hunebedden tegen, G1 in Groningen en vlak over de provinciegrens nog D1 en D2 in Midlaren. Het weer was er helaas niet naar om een omweg langs de steenhopen te maken, en zo kwamen we op de lange rechte weg door de graanvelden richting Zuidlaren. Dit deed ergens wel denken aan etappe 2, maar toch is het landschap op de zandgronden van Drenthe net anders dan op de kleigronden van Groningen. Waarschijnlijk is het toch het lopen op zand dat dit aangenamer maakt dan al die asfaltwegen ten noorden van Groningen.

De finish in zicht, met twee andere loopgroepjes voor ons uit.
Na dit laatste stuk door de velden kwamen we Zuidlaren in, wat in al zijn toeristische glorie voor ons lang. De bushalte naar Groningen was op de Brink, precies het eindpunt van deze etappe, en binnen een kwartiertje waren we weer terug op het Hoofdstation. Het was geen typische wandeldag en normaal gesproken was ik met dit weer waarschijnlijk binnen gebleven. Dat geeft dan ook meteen de meerwaarde van zo'n langeafstandswandeling; omdat we proberen elke week een etappe te doen, ga je er toch eerder op uit. En als je het dan gelopen hebt, voel je je extra voldaan.
Na deze etappe had ik vrijwel nauwelijks spierpijn, terwijl ik na etappe 2 toch behoorlijk last van mijn benen had. Blijkbaar wennen je spieren er toch vrij vlot aan, als je structureel meer dan 20 kilometer achter elkaar gaat lopen. Dat geeft de burger weer moed!

Gelopen: 4-7-2020
Afstand: 20,4 km
Tijd: 4:20

Pieterpad etappe 2 - Winsum naar Groningen

Het streven is om elke week een etappe te lopen. In het begin is dat makkelijk praten, want dan blijven we lekker in de buurt van huis. Verderop wordt het lastiger, dus we zullen zien hoe het gaat.
Etappe 2 liepen we in elk geval het weekend na etappe 1. Na die 12 kilometer zou dit iets meer aanpoten worden, 19 kilometer volgens het boekje. Maar er zouden 2 omleidingen zijn op de route, waardoor we in totaal op ongeveer 22 km uit zouden komen.
Ook nu moesten we het startpunt eerst maar eens zien te bereiken. Er reden geen treinen tussen Groningen en Winsum, en de vervangende bus bleek maar één keer per uur te gaan. Tijdens de busrit kwamen we in een enorme hoosbui terecht die tegelijk met onze bus stopte in Winsum, dus dat kwam allemaal prima uit qua timing. Winsum uit was weer een mooie slingerroute door het centrum, met huisjes langs het water.

Winsum met dreigende luchten.
Daarna liep de oorspronkelijke route vooral op met de N-weg, maar gelukkig was er een alternatieve route door de velden ingesteld waardoor het toch een stukje rustiger wandelen was. Rustiger qua auto's, want van Winsum tot Garnwerd liepen we eigenlijk in een optocht met vier andere wandelende stellen door het weiland. Het waaide flink, maar zo gauw we achter de Reitdiep dijk konden lopen konden we ook nog daadwerkelijk genieten van het uitzicht.
Aangekomen bij Garnwerd op ongeveer een kwart van de route maakten we van de gelegenheid gebruik om onze maag te vullen op het terras aan het water, met uitzicht op alle bootjes die onder de monumentale brug door gingen. Garnwerd is officieel geen onderdeel van de route, dus de wandel/GPS app moest even uit en daarna weer aan.

Garnwerd, met brug en molen.
Na de lunch vervolgde de route langs het Reitdiep, slingerend door de weilanden en via een sluis het Reitdiep over. Uiteindelijk kwamen we langs het kerkje in Oostum, dat door schilders van De Ploeg veelvuldig is vastgelegd.

Het befaamde Oostumse kerkje.
Even later kwamen we bij de volgende omleiding; omdat de Paddepoelsterbrug over het Van Starkenborghkanaal er een tijdje geleden uit is gevaren door een boot, moesten we omlopen via het Reitdiep, daar de Platvoetbrug (heerlijke naam) over, toen een brug over het Van Starkenborgh over, en toen weer een sluis in het Reitdiep over om aan de goede kant van het Van Starkenborgh uit te komen. Klinkt ingewikkeld, maar werd gelukkig overal goed aangegeven.
Daarna liepen we Groningen in. Dit stuk heb ik, zeker toen ik in het noorden van de stad woonde, al veel vaker gefietst en gewandeld. De route voert langs het Zernike, langs het zwembad waar ik normaal gesproken wekelijks te vinden ben, door het Noorderplantsoen waar bekenden bij de vijver zaten. Vervolgens de gracht over, langs het Hoge der A, Brugstraat, langs de A-kerk en door de Folkingestraat naar het station. Allemaal overbekende plekken; we liepen pal langs mijn eerste studentenhuis. Voor niet-Groningse lopers is dit waarschijnlijk het moment om naar lieve lust plaatjes te schieten, maar voor mij is het zo bekend dat het niet eens in me op kwam.
Uiteindelijk kwamen we uit bij het station, waar deze etappe eindigt. 22,1 km schoon aan de haak; zo ver had ik nog nooit bewust gelopen. Maar we waren er nog niet. Ik woon een klein eindje ten zuiden van het station, dus we hebben het eerste stukje van etappe 3 ook meteen gelopen, zodat we die vanaf mijn huis konden starten. En toen dat gedaan was, konden we de laatste 250 meter naar mijn huis lopen. Wat een luxe, om zo dicht bij het pad te wonen en zo snel weer thuis te zijn. Daar gaan we nog met weemoed aan terugdenken, als we straks helemaal in zuidelijk Limburg zijn.

Gelopen: 28-6-2020
Afstand: 22,8 km
Tijd: 4:49

Pieterpad etappe 1 - Pieterburen naar Winsum

(The Pieterpad is a long distance walking trail in the Netherlands. I'll write about my adventures in Dutch, since they're probably less interesting to any international readers.)

Dus, het Pieterpad. Bijna 500 kilometer van noord naar zuid door Nederland. Ik heb er al verschillende stukjes van gelopen, al is het maar omdat mijn wandelroute van station Groningen naar mijn vorige huis deels over het Pieterpad liep. Maar zoiets ooit helemaal aflopen, van begin tot eind, dat leek me lang te hoog gegrepen. Ik wandel regelmatig, ook wel afstanden van meer dan 10 kilometer, maar hier hebben we het echt over etappes van 20+. En wat een gedoe, als je van een of ander klein dorpje in Overijssel naar een ander klein dorpje in Gelderland lopen. Maar alle mooie wandelgebieden hier in de buurt heb ik inmiddels zo vaak gezien, en een rondje lopen blijft toch een rondje lopen. Dus toen mijn wandelgenoot zei toch ooit eens dat Pieterpad te willen lopen, en zo'n coronazomer daar wel als het ideale moment voor zag, dacht ik; waarom ook niet? En nee, het is geen heel origineel idee om het Pieterpad juist in dit jaar te lopen, blijkt ook wel door de grote groepen medewandelaars die we steeds tegenkomen. Als je je eraan over geeft dat je een complete dag, of een compleet weekend, bezig bent met een stuk te wandelen, dan is het vooral een kwestie van mindset. Bijna mindful.

Dus, het boekje van het Pieterpad deel 1, LAW 9.1, kocht ik op 12 juni 2020 bij De Zwerver, de reisboekhandel in Groningen. Een week later, op 20 juni 2020, liepen we etappe 1. Die begint nog vrij gemakkelijk met een totale afstand van 12 kilometer. Maar dan moet je wel in Pieterburen komen. En natuurlijk rijdt er overal OV naartoe, daar zullen we verderop tijdens het pad ook nog regelmatig gebruik van maken, maar Pieterburen is met goed fatsoenlijk eigenlijk niet te doen. Dus vertrokken we op die zaterdag met de auto, gebracht door een vriendin die niet heel vaak rijdt maar ons wel weg wilde brengen.
Vlak voor Pieterburen kwamen we al een flink aantal wandelaars tegen, die in groepjes langs de N-weg liepen. De start zelf in Pieterburen is niet te missen. Niet alleen omdat verschillende horeca gelegenheden goed gebruikmaken van hun locatie om breeduit te adverteren, maar het staat ook vrij groot op een muur. Genoeg plekken om foto's van te maken, en we waren niet de enigen die dat dan ook maar uitgebreid deden.

De officiële start, die 482 km is de minimale afstand.

Voor mijn gevoel moesten we daarna de verkeerde kant op, namelijk pal naar het westen, terwijl ik om een of andere reden had verwacht dat we naar het oosten zouden gaan. Misschien omdat de zeehondencrèche daar is. Hoe dan ook, al snel liepen we Pieterburen uit en tussen de velden. Het was prachtig weer, natuurlijk vrijwel de langste dag van het jaar, en zonnebrandcrème was geen overbodige luxe.

Uitzicht terug richting Pieterburen, na ongeveer 1 km wandelen.
Na met een hoge brug het water over gestoken te zijn kwamen we via het erf van een boer, een bosje, en nog een erf uit op de Oosterweg, waar we eerder anderen hadden zien lopen. Dit was echt een stukje om even doorheen te bijten, langs een vrij drukke weg waar op zaterdagochtend de auto's en bestelbusjes flink moesten uitwijken. Gelukkig staken we na een tijdje de weg over en kwamen we via een bosje in Eenrum uit.
In Pieterburen was ik natuurlijk ooit al eens geweest, in Eenrum niet. Zonde, want het is een mooi plaatsje. Ze hebben er een fascinatie voor waterpompen, met in elk geval een groot rood en een groot groen exemplaar. In de schaduw van de bomen bij de kerk hebben we onze eerste drinkpauze van de dag gehouden. Hier kwamen we ook onze eerste tegenliggers tegen, die natuurlijk bijna klaar waren. Na wat slingerweggetjes door het dorpje kwam er weer een vrij lang stuk langs een drukke weg. Het hoogtepunt was het oversteken van het kanaal.

"Draai". Natuurlijk.
Daarna kwamen we gelukkig snel in Mensingeweer, een pittoresk dorpje dat ik al kende, waar we met een mooi bruggetje het water overstaken. Aan het einde van het dorp konden we linksaf richting Winsum, en toen waren we eigenlijk al op de 'finishing straight', zoals dat in goed Nederlands heet. Een lange, rechte weg met links water en rechts velden. Niet het meest inspirerende stuk om te wandelen. Aan het einde mochten we links en via een bedrijventerreinachtig stukje Winsum in lopen.

Uitzicht terug richting Mensingeweer.

Na het oversteken van de N-weg waren we even de weg kwijt, maar een vriendelijke buurtbewoner die aarzelende Pieterpadders waarschijnlijk wel gewend was, wees ons subtiel op het wit-rode bordje. Door Winsum was het mooi slingeren tot aan de Gouden Karper, het eindpunt. Gelukkig stond de route naar het treinstation ook beschreven, waar we de trein op precies een minuut misten en zo een halfuur konden wachten op een perron overspoeld door rupsen. Daarna waren we, met mondkapje, binnen 20 minuten weer op het hoofdstation van Groningen.
Al met al was het een prima wandeling, precies 12 kilometer, met lekker weer. De route zelf is niet echt inspirerend te noemen, op het eerste stuk vanuit Pieterburen na is het toch veel langs wegen en sowieso allemaal op asfalt. Maar je moet ergens beginnen, en ik was blij dat we noord-zuid liepen, want als je de andere kant op gaat eindig je dus na 480 kilometer wandelen hier. Wij hebben dit in elk geval mooi gehad!

Gelopen: 20-6-2020
Afstand: 12,0 km
Tijd: 2:35