Sunday 30 August 2020

Etappes 12 & 13 - Holten naar Laren & Laren naar Vorden

Waar etappe 11 met 16 km kort genoeg was om er nog even 2,5 km vooraf te lopen, waren etappe 12 en 13 met respectievelijk 15 en 13 km kort genoeg om samen te lopen. In één keer 28 kilometer lopen, ik had niet verwacht dat ik het ooit vrijwillig zou doen, maar we waren er nu toch. En, dan zouden we het eerste Pieterpad boekje helemaal uit hebben, 9 weken nadat we begonnen waren!

Holten naar Laren
In het boekje waren we in het laatste kleurblokje aangekomen; De Achterhoek. Geen natuurgebieden en heuvelruggen meer, maar vooral agrarische vergezichten van 'superboeren' en beekdalen, gemengd met grote landhuizen. De 12e etappe gaat niet alleen van Holten naar Laren, maar ook van Overijssel naar Gelderland, waarmee we onze vierde provincie in zouden wandelen.

Vanaf het station Holten liepen we 'het centrum' in; een mooi marktplein midden in het dorp. Nou is Holten niet zo groot, dus al gauw liepen we het dorp weer uit en de velden in. De route ging weer veelal over asfaltwegen, maar waar mogelijk hadden de makers duidelijk geprobeerd om de zandpaden die er waren er ook in op te nemen.

Zandpad detour over de Beuseberg.

Nadat we de A1 overgestoken waren kwamen we bij de Schipbeek, de eerste van de beloofde beken. Hier ging de route over een mooie beukenlaan langs het water, bijna onNederlands mooi.

Beukenlaan langs de Schipbeek.

Helaas kwamen er na dit mooie stukje weer een flink aantal kilometers rechte wegen over boerenland. Uiteindelijk konden we linksaf staan Landgoed Verwolde in, de eerste van de grote landhuizen. Het landgoed bestond vooral uit rechte bospaden en lanen, met hier en daar een paadje langs een weiland. Niet een heel inspirerend uitzicht, op weg naar Laren.

Landgoed Verwolde, inclusief tuinhekje.

Tijdens deze etappe kwamen we meerdere wandelaars tegen die we twee dagen eerder ook hadden gezien op de etappe van Hellendoorn naar Holten. De meesten liepen net als wij beide etappes aaneengesloten en hadden de tussenliggende regendag een pauze ingelast. Het was in die zin best een 'gezellige' etappe; soms tref je mede Pieterpadders die vooral met het wandelen bezig zijn, maar deze etappe hadden we verschillende gesprekjes, één keer terwijl het andere stel bezig was ons in te halen.
Uiteindelijk kwamen we in Laren, bij de kerk, het einde van deze etappe. We hadden gehoopt ergens wat te kunnen drinken, maar aangezien alles dicht was en we niet te ver van de route wilden dwalen, liepen we maar door richting Vorden.

Gelopen: 27-8-2020
Afstand: 15,0 km
Tijd: 3:10

Laren naar Vorden
Etappe 13 begon zoals etappe 12; asfaltwegen en hier en daar een zandpad door boerenland. Wel meer open velden, waarschijnlijk omdat we nu echt uit de Sallandse kronkels waren.

Rond Groot Dochteren.

Nadat we de spoorlijn naar Enschede waren over gestoken staken we ook het Twentekanaal en de Berkel over. De eerste twee waren rechte lijnen, de laatste gaf nog enigszins een gevoel van een natuurlijk landschap. Daarna liepen we weer het bos in, dit keer van Landgoed Velhorst. 

Pad en uitzicht rond Het Enzerinck.

Inmiddels kwamen we vrijwel niemand anders meer tegen, want het liep tegen het einde van de middag. Alleen rond de verschillende landhuizen waren wat anderen, met name op de fiets. Na Velhorst passeerden we Het Enzerinck en Den Bramel. Dit soort landhuizen doen me altijd aan de boeken van Jane Austen denken, hoewel deze vaak wat nieuwer zijn dan de families uit haar verhalen.

Den Bramel.

Na de landgoederen kwamen we aan in Vorden. Het officiële einde van de etappe is bij Kasteel Vorden, waar het Pieterpad in 1983 is geopend. Maar dat is bijna een kilometer ten zuiden van het station, het station waar we uiteindelijk weer naar terug moesten. Dus besloten we het einde van deze etappe iets eerder te nemen, en de laatste kilometer bij de eerste etappe van het volgende boekje op te tellen. 
Dat was stiekem ook wel nodig, want 28 kilometer lopen, ga er maar aan staan. Aan mij waren de mooie gebouwen van Vorden in elk geval niet besteed; ik was blij toen we de laatste stappen gezet hadden en konden gaan zitten. Bijna 3 uur lopen over 13 kilometer is ook wel een tikje traag... Na een dikke 200 kilometer is mijn wandelconditie een flink stuk beter dan begin juni, maar dit was toch echt wel een flink eind.

Maar, op die laatste kilometer na hadden we nu wel het hele eerste boekje uit! We zijn nog niet helemaal halverwege, want Kasteel Vorden ligt niet precies op de helft (want moet in beide boekjes staan), maar het voelt wel alsof we een deel kunnen afsluiten. Het boekje van het tweede deel ligt al op ons te wachten, maar omdat we steeds verder van Groningen af komen zullen we deze etappes nog meer moeten plannen, met overnachtingen op strategische locaties en meerdere opeenvolgende dagen wandelen. Ook komen er verschillende etappes met veerboten, wat heel leuk is maar die niet altijd varen. Iets meer organisatie dus, maar hopelijk kunnen we wel een redelijk 'wandel regime' volhouden, want naast het continue veranderen van het landschap is ook het veranderen van het weer van zomers naar koeler, met de herfstkleuren in de bossen, iets om zoveel mogelijk mee te maken. We gaan het zien!

Gelopen: 27-8-2020
Afstand: 13,0 km
Tijd: 2:54

Etappe 11 - Hellendoorn naar Holten

Het ritme van 'elk weekend een etappe' Pieterpadden was er niet voor niets; vanaf 24 augustus hadden we een huisje gehuurd in Holten, zodat we die week de etappe naar en de etappe van Holten konden lopen zonder uren in de auto te hoeven zitten. Maar dan moesten we wel toe zijn aan die etappes. En dat waren we, precies op tijd.
Zoals ik bij etappe 10 al zei is Hellendoorn eigenlijk niet te bereiken met het OV. Maar omdat de etappe naar Holten 'maar' 16 km zou zijn (ik had nooit verwacht dat ik ooit 16 km 'niet zo ver' zou vinden), besloten we voor deze etappe de trein naar Nijverdal te nemen, en dan vanaf Nijverdal naar het beginpunt in Hellendoorn te lopen. Dit was 'maar' 2,5 km, dus onze totale afstand zou nog minder zijn dan een gemiddelde etappe, en een mooie rechte weg naar de kerk. Onderweg kwamen we verschillende andere wandelaars tegen; sommigen fietsten ons voorbij, anderen werden afgezet met een auto of kwamen 'gewoon' aanlopen. Het is echt een etappe om creatief te zijn in het begin.

We zaten nog steeds midden in (op?) de Sallandse Heuvelrug, en na Hellendoorn uit gelopen te zijn kwamen we al gauw weer in de bossen die we aan het eind van etappe 10 verlaten hadden. De eerste 5 kilometer waren in het bos, op brede zandpaden met een klein uitstapje naar asfalt waar we onder de spoorlijn en de N35 door gingen.

Bospad en fietspad.

Na die eerste kilometers, steeds geleidelijk stijgend, kwamen we op de eerste 'berg' van deze etappe; de rand van de Haarlerberg, weer een prachtig uitgestrekt heideveld. Op het uitkijkpunt kwamen we verschillende groepen andere wandelaars tegen, maar minder dan je zou verwachten met zo'n mooi uitzicht.
Het pad gaat een stuk langs de rand en snijdt dan een klein stukje door de heide heen, langs uitgesleten groeven die 'slenken' heten (met avontuurlijke namen als 'Rietslenk' en 'Wolfsslenk'). Ik kende slenken alleen van de kwelder op de waddeneilanden, als de geulen waardoor het water naar de zee loopt, maar hier zijn het de oude stroomdalen van smeltend ijs uit de ijstijd. Je moet het maar weten.

Uitzicht vanaf de Haarlerberg.

Over de hei.

Na de afdaling door de heide konden we door het volgende bos aan de volgende klim beginnen; de Holterberg op. Waar het pad over de heide mooi slingert, zijn deze bospaden veel rechttoe rechtaan aangelegde wegen, waarschijnlijk omdat het productiebossen zijn. Logisch, maar het wandelen wordt er niet mooier op.
Na dit bos kwamen we vrij plotseling op het uitkijkpunt van de Holterberg, weer aan de rand van een heideveld (hetzelfde heideveld waar we daarvoor ook liepen; het is ongelofelijk hoeveel aaneengesloten natuur hier is). Ook op dit uitkijkpunt kwamen we weer een aantal andere wandelaars tegen, maar weer minder dan ik zou verwachten.

Uitzicht vanaf de Holterberg (ja, dat lijkt verdacht veel op de vorige).

Na de Holterberg ging de etappe in 1 rechte lijn 'bergafwaarts' richting station Holten. Het eerste stuk was weer door het bos, maar op de bosrand kwamen we langs een plukje toeristische attracties en horeca, waardoor het ineens heel druk werd. Er was een fietspad naast het zandpad, waarop verschillende groepjes fietsers een pad omhoog zwoegden. Vooral daardoor hadden we door dat het best een klimmetje is, die Holterberg. Voor ons was het vlot naar beneden wandelen.
Het laatste stukje voor het station was een 'fraaie beukenlaan', die inderdaad erg mooi was. En toen ineens waren we er al. 16 kilometer is inderdaad niet zo ver, als je gewend bent om 20 te lopen.

Op het stukje asfalt in Hellendoorn en Holten na, en het stukje bij het tunneltje onder het spoor door, was de etappe helemaal onverhard. En hoewel we door een paar van de mooiste stukjes van de Sallandse Heuvelrug liepen, kwamen we dus vrijwel geen anderen tegen. Er waren vooral fietsers, en die kunnen niet zoveel op al die kronkelende zandweggetjes. Het weer hielp waarschijnlijk ook niet mee; in de middag zou het gaan regenen, dus wij waren vroeg op pad en voor de buien weer in ons huisje. Maar je zou toch verwachten dat in een jaar waarin je eigenlijk niet naar het buitenland op vakantie kunt, de mooiste plekjes in eigen land drukker bezocht worden. Niet dat ik klaag, overigens, het is mooi om dit soort plekken in alle rust te kunnen ontdekken.

Gelopen: 25-8-2020
Afstand: 16,5 km
Tijd: 3:28

Tuesday 25 August 2020

Etappe 10 - Ommen naar Hellendoorn

En we zijn aangekomen in het vijfde kleurblokje in het Pieterpad boekje; de Sallandse Heuvelrug. Dat klonk vagelijk bekend toen ik het las, maar ik heb geen bewuste herinnering dat ik hier ooit geweest ben, los van natuurlijk avonturenpark Hellendoorn. Misschien komt dat omdat het een vrijwel onbereikbaar stukje van de wereld is; alle Pieterpad OV websites waarschuwen voor deze etappes, omdat er geen buslijnen meer richting Hellendoorn gaan. De handigste oplossing (van diezelfde websites) is om met de 'wandeltaxi' te gaan, een taxi bedrijf dat zich specialiseert in ritjes tussen Hellendoorn en Ommen en Hellendoorn en Holten. Dat hadden wij dus ook maar geregeld. Na een stressvol ritje richting Hellendoorn, achter zondagsrijders die toch echt 60 reden op een 100 km weg, kwamen we precies op tijd aan bij de kerk, waar we net een ander stel in 'ons' taxibusje zagen stappen. Al snel bleek dat zij ook om 10:00 een ritje wilden, en zo konden we de taxiprijs delen en stonden we een kwartiertje later weer op station Ommen.

Omdat we de drukte van Ommen al gehad hadden, konden we meteen de hooilanden in lopen, op weg naar de eerste 'berg' van de route. We zouden deze etappe meerdere 'bergen' van de Sallandse Heuvelrug gaan beklimmen; misschien is het een idee om hier óf de Besthemenerheuvel, Lemelerheuvel etc van te maken, óf de Sallandse Bergrug te introduceren. Hoe dan ook, de Besthmenerberg dus, mooi gelegen bij een klein heideveld, met er bovenop een uitkijktoren zodat we het Vechtdal aan de ene kant, en de volgende 'bergen' aan de andere kant konden bewonderen. Het was verrassend rustig, mogelijk omdat er regenbuien voorspeld waren, maar we hadden hoe dan ook de uitkijktoren voor onszelf.

Pad op de Besthmenerberg, met uitkijktoren.

Uitzicht richting het noorden/Ommen.

Uitzicht richting het zuiden/Archemerberg.

Wat een mooi stukje Nederland. En het zou nog veel mooier worden. Eerst kwamen we langs de Steile Oever van de Beneden Regge, waar het water tientallen meters lager dan het pad stroomt. Je waant je in de Ardennen, of nog hogere bergen.

De Steile Oever (goeie naam wel).

Daarna staken we de Beneden Regge over en kwamen in het volgende heuvel (berg) gebied; de prachtige heidevelden van de Archemer- en Lemelerbergen. Het had in de verte iets van de Gasterense Duinen van al die etappes eerder, maar dan ook weer totaal niet, omdat het echt een flink hoogteverschil is. De Archemerberg steekt meer dan 70 meter boven het landschap uit, waardoor je echt een prachtig uitzicht rondom hebt. Het uitzichtpunt van de Lemelerberg hebben we gemist, omdat de route daar niet helemaal langs liep, maar die geeft vast ook een mooi uitzicht naar het zuiden.

De Archemerberg op.

De Archemerberg af (het pad kronkelt in de verte door het bos).

Na deze heidepracht kwamen we in een wat minder idyllisch stukje met eerst de bossen bij Lemele, daarna Lemele zelf, en toen de velden onder Lemele. Vlak nadat we het Overijsselsch Kanaal waren overgestoken barstte de bui die al een tijdje in de lucht hing los. We liepen door het open veld en konden weinig anders doen dan onze capuchon goed op ons hoofd houden en doorlopen. Gelukkig was het pad nog steeds onverhard, en we hadden uitzicht op de laatste 'top' van deze etappe; de Eelerberg.


Het glooiende dennenbos is de Eelerberg.

Na de open weidsheid van de eerdere 'bergen' was deze heuvel iets minder indrukwekkend, maar wel een fijne glooiende wandeling door het bos. Altijd beter dan de rechttoe rechtaan paden door de weilanden. Via een lange asfaltweg (langs het attractiepark, met continue geschreeuw op de achtergrond) liepen we Hellendoorn weer in, een korte pauze van het bos waar de de volgende etappe weer in verder zouden gaan.

Dit was verreweg een van de mooiste etappes tot nu toe. Vreemd genoeg waren er vrijwel geen andere wandelaars of überhaupt andere mensen, terwijl dit stukje Nederland vele malen mooier is dan dat rondom Hardenberg/Ommen, waar we hele drommen tegenkwamen. Misschien trekt het attractiepark alle mensen uit de bossen, of het was toch het regenachtige weer. Hoe dan ook, ondanks het weer was het een prachtige wandeling, on-Nederlands in de zandpaden, glooiingen en weidse uitzichten.

Gelopen: 23-8-2020
Afstand: 21,0 km
Tijd: 4:43

Etappe 9 - Hardenberg naar Ommen

Omdat we ergens tussendoor een weekend niet hadden gelopen, moesten we om goed uit te komen 2 etappes in 1 weekend lopen. Het weer was nog steeds niet helemaal fantastisch, met 's ochtends regenbuien en 's middags rond de 28 graden, maar wie Pieterburen heeft gezegd, moet ook Hardenberg - Ommen zeggen. Gelukkig liggen die twee plaatsen weer heel fijn op dezelfde spoorlijn, dus reden we naar Ommen en stapten het perron op waar al twee Pieterpadders klaar zaten voor de trein. "Gaan jullie ook naar Holten?" vroegen zij. Dat gaf even verwarring alom, want Holten is twee etappes naar het zuiden, en wij namen de trein naar het noorden om naar het zuiden te lopen. Maar uiteindelijk bleek dat je om naar het zuiden te gaan op dit stuk spoor daadwerkelijk eerst naar het noorden en oosten moet, en konden we met een gerust hart in de trein stappen.

Aangekomen in Hardenberg moesten we eerst de kilometer terug naar het marktplein lopen, en daarna de route terugvinden. Ondanks de prachtige wandelnetwerk Overijssel bordjes was het begin weer een lastige speurtocht; het lijkt bijna alsof de markeringen in de plaatsen door mensen weg gehaald worden. Maar uiteindelijk vonden we het pad, staken met een brug de Vecht over, en liepen een heel stuk langs een nieuwbouwwijk door een soort parkje aan het water. Daarna gingen we gelukkig gauw de velden in, met hier en daar een bosje. Hardenberg en Ommen zijn beide toeristische centra, maar de stukken ertussen kunnen er ook wat van; overal campings, boerengolf en B&Bs. 

Landelijk doorkijkje.

Na het toeristische gebeuren rond Rheeze kwamen we op een onverhard pad door het bos (dat weer 'Diffelerveld' heet, omdat het ooit daadwerkelijk een heideveld was dat beplant is met bomen). Dit was een welkome verademing, want het was intussen opgeklaard en al behoorlijk warm. Midden in het bos moesten we de N36, waar auto's en vrachtwagens rustig 100 km/uur rijden, oversteken. 

Rechte zandpaden langs rechte rijen bomen.

Na dit eerste bos kwamen we bij 'De stuw bij Junne', die al uitgebreid aangegeven stond en op zichzelf ook een soort toeristische attractie bleek te zijn. De stuw is aangelegd omdat men erachter kwam dat het toch niet zo'n heel goed idee is om een rivier helemaal recht te trekken; in de winter heb je wateroverlast en in de zomer stroomt het te snel weg. Dan maar een stuw erin, met een vistrap er naast zodat de vissen ook nog stroomopwaarts kunnen komen.

'Afgestorven' arm van de Vecht, met in de achtergrond de rivier en de stuw.

Na de stuw liepen we het tweede bos deel in, dat mooi ten zuiden van de Vecht langs slingerde. Hier was het vreemd genoeg een stuk rustiger, terwijl het bos zelf mooier was; het pad slingerde tussen de bomen, er waren nog verschillende kleine stukjes heide te zien, en ook kleine hoogteverschillen die een voorbode waren voor de Sallandse Heuvels waar we naartoe liepen. Maar hier kwamen we vrijwel geen andere mensen tegen.
Dat veranderde zo gauw we het bos uit kwamen en langs de spoorlijn en later langs de weg richting Ommen liepen. Wat een drukte. Overal groepjes fietsers druk in gesprek en zonder enig oog voor de andere mensen of natuur om hen heen. Het was inmiddels drukkend warm, de omgeving was niet heel uitnodigend en je moest constant opletten of je niet aangereden werd, zowel door fietsers als later door automobilisten die zonder op of om te kijken over de zebrapaden zoefden. Niet echt een heel fijn einde aan de etappe.

Combineren kun je leren, ook bij LAWs.

Nadat we op het eindpunt waren, bij de brug over de Vecht in Ommen waar we definitief afscheid namen van de rivier, zijn we nog 800 m doorgelopen naar het station van Ommen, dat een eind buiten het centrum ligt. Dit was al het eerste stukje van etappe 10 en het scheelde ons de volgende keer de toeristische drukte.

Dat was eigenlijk het grootste bezwaar aan de etappe; dat je door zulke toeristische hotspots komt, dat je eigenlijk geen oog hebt voor het pad waar je op loopt. Verder was het eerste bosrijke deel niet heel interessant, vergelijkbaar met het stuk rondom Sleen, terwijl het tweede heuvelige bos juist wel mooi was. En we hadden gewoon pech met het weer; drukkend warm na fikse regenbuien is geen ideaal wandelweer. Het voelde een beetje als een 'tussen etappe', de overbrugging van de Vecht naar de Sallandse Heuvelrug.
 
Gelopen: 21-8-2020
Afstand: 21,9 km
Tijd: 4:41

Thursday 20 August 2020

Pieterpad etappe 8 - Coevorden naar Hardenberg

Etappe 8 alweer, waarin we Drenthe achter ons zouden laten en onze derde provincie zouden betreden; Overijssel. Coevorden en Hardenberg liggen fijn op dezelfde spoorlijn, dus de verplaatsing naar ons startpunt was niet al te moeilijk. Omdat het heel warm zou worden maakten we grapjes over 'de eerste trein nemen' om zo vroeg mogelijk aan te kunnen komen, maar toen bleek dat die eerste trein pas om 8:20 rijdt op zondag, werd het een serieuze optie. Gedurende de dag bleek dat we niet de enigen waren; de 4 groepjes medelopers en 6 groepjes tegenliggers kwamen allemaal op een kluitje voorbij, om de drukkende warmte en de onweersbuien voor te zijn.

We begonnen de route met het slechtst aangegeven stukje Pieterpad ooit; Coevorden uit waren nauwelijks markeringen te vinden. De mensen op straat wensten ons hartelijk succes, misschien meer met het vinden van de route dan met het daadwerkelijke wandelen. Zo gauw we Drenthe uit waren was de route trouwens de beste aangegeven ooit; speciaal geplaatste paaltjes met alle mogelijke markeringen, zelfs een paaltje met pijlen naar rechts op een weg die een bocht naar rechts maakt (en waar je met de beste wil van de wereld geen andere kant op kunt, tenzij je de sloot over wilt springen en het maisveld in lopen). Kosten nog moeite gespaard, in elk geval; daar kan Drenthe nog wat van leren.
Maar voor we Overijssel in liepen, kwamen we eerst langs De Poort van Drenthe, een kunstwerk waarvan wij verwachtten dat het wel op de provinciegrens zou liggen. Later bleek die nog zeker een kilometer verderop te zijn, maar het was een mooi symbolisch punt voor de overgang.

De Poort van Drenthe, verstopt in een groenstrook tussen twee industrie terreinen.

Daarna liepen we een mooi stukje onverhard langs een vaart, met wel continue uitzicht op de immens grote windmolens van Coevorden. Daar hebben we de hele zevende etappe naartoe gelopen, nu konden we er gelukkig vanaf lopen, maar ze bleken de horizon domineren. Na het fijne stukje onverhard kwamen we op een asfaltweg tussen de aardappel- en maisvelden terecht. Maar geen vrees dat dit net zo'n klaagzang wordt als de vorige etappe, want de velden, de dorpjes, het 'landelijk gebied' van noord-Overijssel is een stuk aangenamer dan dat van zuid-Drenthe. Misschien is het de glooiing in het landschap, misschien dat er af en toe nog kleine bosjes staan die het landschap wat opbreken, misschien is het de rivier die er doorheen slingert, maar het deed zelfs een beetje buitenlands aan af en toe. In elk geval minder hoekig en eentonig dan het stuk rond Sleen. En dan was er natuurlijk de Vecht, die we in totaal drie keer overstaken deze etappe (we zitten immers in het blokje 'het Vechtdal').

Eerste blik op de Vecht (met spoorbrug).

Na de eerste oversteek, in het boekje omschreven als een 'spaghetti-kruispunt' waar de Vecht, het kanaal Almelo-De Haandrik en het Coevorden-Vecht kanaal samenkomen, liepen we Gramsbergen in. Ik kende Gramsbergen alleen van het treinstation op de rit tussen Zwolle en Emmen, maar wat een schattig dorpje! En ze hebben er een beeld voor Pieterpadders.

Doorstappende Pieterpadders te Gramsbergen.

Na Gramsbergen kwamen we door Ane en daarna over de Aner Esch. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een grote open vlakte, aan de oostkant grenzend aan de N34. Het was inmiddels midden op de dag en flink warm. Dit was een stukje om snel door te komen, tot we de relatieve verkoeling van het Engelandsche Bosch in konden. Bij het pad erin zaten twee tieners hun relatieproblemen uit te praten op het hekje. Het bosje was nog geen 500 meter groot; aan het andere eind zaten twee zestigers met strooien hoeden op precies hetzelfde hekje. 

Randje mais en randje bos.

De laatste kilometers tot Hardenberg waren flink zwaar. Het was warm, er was nergens schaduw, en langs de hele dijk sprongen kinderen het water in ter verkoeling. In de verte konden we de buien zien opbouwen naar onweershoogte, dus we waren blij met onze vroege start. Ik heb dit laatste stuk weinig mee gekregen van de omgeving, behalve dat ik nooit heb geweten dat Hardenberg een bioscoop heeft (met maar liefst drie zalen, en wekelijks nieuwe films, zoals ze zelf heel groot op hun gevel hebben staan). 

Het was op zich een prima etappe voor een warme dag; weinig echt hele spectaculaire dingen waar je eigenlijk langer bij stil zou willen staan. Wel jammer dat de route op het eerste stukje na vrijwel helemaal over asfaltwegen ging, dat loopt toch minder lekker dan zandpaden. En er was behoorlijk weinig schaduw. Nu het nog even zo warm blijft, hoop ik in de komende etappes op meer bos, anders vrees ik daar ook weinig van mee te krijgen...

Gelopen: 16-8-2020
Afstand: 19,1 km
Tijd: 4:11

Saturday 15 August 2020

Wild & Eat Pray Love

All that walking of the Pieterpad got me thinking on Wild, the story of Cheryl Strayed who walked the Pacific Crest Trail. I'd never read her novel, but I'd seen the film a couple of times (and I did walk a short bit of the PCT when in Oregon last year). I decided I wanted to read the actual novel, also because in one Gilmore Girls episode where Lorelai decides to 'go Wild', people ask her whether she is going 'book Wild' or 'movie Wild', so that hints to an actual difference between the two. 
Well, there is, and there isn't. The novel is more honest, stating that Cheryl didn't actually walk the entire PCT, like the film implies, but parts of it. She also hitchhiked a lot to get around difficult parts, or when she was lost. She feels no problem doing this, since the whole point of her trip is to get through it, mostly alone, not to walk the entire trail.

The novel starts with what happened in her life up until she found herself on the PCT, with her family living in a self-built house in the woods of Minnesota, her mother suddenly dying, her family falling apart followed by her marriage breaking down. In the film, this is all interspersed with the walking, but here we get the entire backstory in one go, with references to certain past events on later on in the story. This gives some insight in Cheryl, who turns out to have had a past living 'wild', and should be a lot more resourceful than she sometimes comes across in the film.
Or here, for that matter. Having pulled the guidebook from a bookstand in an outdoor shop on a whim, having picked her starting point just because the PCT intersects with the highway there, having bought all her supplies without checking whether she can actually carry them are just a couple of the mistakes she makes before she gets properly underway. She meets several hikers who have prepared years for this trip, in her case it was just a couple of months. Also, she had actually spent all her money on her gear and food, selling her belongings to be able to get on the trail, so she doesn't really have anything to go back to.
That says enough about how desperate she is to get away from things. I read some reviews telling that this is not a book about how to hike the PCT, or that Cheryl 'cheated', or that she was lucky to get through being so thoroughly unprepared. Which may all be true, but then you're missing the point of the story. This is not a 'how to hike the PCT' guide, this story is about someone feeling so lost in the world, because her mother died, because her family fell apart, because she couldn't cope with the grief and made her marriage fall apart, that she has to pull away from it all to properly mourn and fall apart and then piece herself back together. And she doesn't spare herself in the process; apart from telling us about her lack of experience, preparation and money, she also tells us about all the faults she made, feelings she had that she shouldn't be having, doubts and insecurities and all those nasty bits of ourselves we'd rather not have anyone know. Maybe it helps that she wrote the book more than ten years after she undertook the journey, so she can now reflect on what she went through. 

After the background story we get to the trail proper, starting in the Mojave Desert. The first days are described in lots of detail; what was her rhythm, what she packed, how she cooked, where she got water, how the resupply boxes work, etc. On the trail and on the resupply stations she meets several other hikers,  and the whole vibe of the trail-walking community stood out very clearly in the novel; in the film the focus was mostly on Cheryl herself. Here, she walks some stretches together with others, or arranges to camp at the same spot in the evening, so she can walk and think alone, but have evenings of fun with the others. And when the Sierras turn out to be too snowed in, she takes a major detour and decides to move her trip further up the trail, finishing on the Oregon/Washington border rather than in Ashland. Several others do try to get through the snow, or abandon the whole trail to start again another year, but she bands together with several of the others.
Apart from her fellow hikers, she meets several others who help her along the way, who give her rides or food or a shower when she is in need. This felt so American to me, that people living in these remote nature areas care for each other in this way. Another typically American thing was the way she handled the wildlife, meeting several bears on her journey but not worrying too much about them; when I travelled the west coast last year we were constantly aware that we were in 'bear country', fully prepared on what to do if we saw one, while we never did. Cheryl takes the wildlife, the views, the changing landscape, the high mountains and dry deserts simply as part of the country she knows and loves, not realising that many of us never get to see such natural beauty.

Where the first few stretches and most memorable moments of her trip are described in much detail, the ending feels pretty rushed. That bit of PCT I hiked on Mt. Hood is mentioned in a whirl, as she by then can hike 40 to 50 kms a day and is probably eager to finish. All the focus on the beginning and less so on the end made the story feel a bit unbalanced. But the good news is; by then she has found the inner peace she was looking for; she has forgiven herself, she has accepted the changes that have come to her family, her former marriage, and her former place in the world. She has grieved, and let go, and is now ready for the rest of her life to begin. And her journey, although sometimes a bit awkwardly written, is one of hope.


After finishing Wild, I decided to reread Eat Pray Love by Elizabeth Gilbert. Partly because I was in the mood for this type of book; American women going on a solo journey to forget past griefs, but also because I'd read that book years ago, shortly after it came out, and I couldn't really remember a lot about it any more. Also, I haven't seen the film, because the reviews were so bad. The novel felt very high brow and spiritual to me then, and having actually started doing some yoga myself I thought I could probably better relate to the main character. Who, as it turns out, was about the same age I am now when she undertook her trip, feeling her life had broken down around her because her marriage failed (because she cheated, I might well add). This felt like a pretty narrow base upon which to built your life, but who am I to judge?
I soon discovered that the novel probably felt 'high brow' to me all those years ago because Gilbert keeps dragging a lot of 'experts' into the story. "As my friend Susan said...", "My Guru calls this...", "Plato defined this as...", "In many travel guides..."; it's like she's padding her own experience by other peoples quotes just to make it feel heavier. But I'm reading her experience, her transcendence from infinite sadness to infinite joy. If I wanted to know what Plato said on meditation or what guidebooks have to say about the island of Bali, I'll go and read them.
But if you took all that out, not much is left. She starts by explaining how everything went to pieces, how she found herself crying on the bathroom floor one night and heard an 'inner voice' and realised she had to get out of that life. She then merrily jumped into another dysfunctional relationship with another guy, and after that broke down and she'd 'lost everything' in the divorce proceedings with her husband, she decided to go on a trip to Italy, India and Indonesia for a year, to experience the world of pleasure, the world of faith and the world that balances these two. 

To put one of the fiercest Roman Catholic countries in the box of 'pleasure' without any 'faith' may be a little short-sighted, but surely she'll realise that when she actually gets to Italy. Sadly, no. She takes a language course at an Italian institution, ditches that when she realises it doesn't teach her the 'real Italy', then travels around the country visiting all the tourist hotspots just to ask the locals for the best restaurant in town. She proudly tells us she didn't visit a single museum during the whole trip, and only went into some churches when her sister came to visit. I mean, if I wanted to pick a country to spend 4 months just eating, I'd probably pick Italy too, but don't turn it into a big thing about 'experiencing pleasure' when you make absolutely no move to actually experience the real Italian culture or history.
Then she's off to India to live in an ashram with her Guru. Wait, no, her Guru isn't actually there, she's in the US making the big bucks. But her energy is around and it will ease her soul. Although all three parts contain the same number of chapters (36), this somehow felt like it was more than the other two combined. It dragged on and on, with her struggling to find meditative peace, until suddenly she does. The only really good thing about this part is Richard from Texas, who keeps her from only thinking about herself and her sad little problems the whole time.
Finally, she is off to Indonesia to live with a medicine man on Bali. Here she has done her background research, because she can tell us why the Balinese are the most balanced people in the world, all the while quoting travel books because again she doesn't actually experience the Balinese culture, she goes to one of the most touristy villages and becomes part of the expat community. Of course, here she finds true love and lives happily ever after (only she doesn't, as she and 'Felipe' have split up a couple of years ago, Wikipedia tells me). 

So does she end up the most balanced person ever, in perfect harmony with her need for pleasure and her need for faith? Did she actually let go of her old self, her old ways? We don't know. In contrast to Cheryl's story, this one lacks the actualy personal growth she went through. If the goal was to focus less on herself and her petty problems, then she clearly failed. This book is one big ego document, purely describing what she did, what she thought and what she experienced. Somewhere she mentions that it is typical that all three countries she visits start with an 'I', but her own selfabsorbness keeps her from actually doing something about it. Luckily, in other parts she can be pretty funny in her descriptions, her writing style is quick and easy, and she does have some good points (although most of them are quotes of others). So, reading it did not wholly feel like lost time. I came away feeling mostly 'why did you write this book?' and the answer was in the acknowledgements; she could only fund the trip through an advance she got from her publisher for writing it. So it was inevitable that, on a trip where nothing really happened and she didn't learn a whole lot, this would be the end product.

Saturday 8 August 2020

Pieterpad etappe 7 - Sleen naar Coevorden

Etappe 7 was de laatste etappe waarin we daadwerkelijk het ritme van 'elke week een etappe' konden volhouden, maar omdat ik daarna op vakantie ging heeft het even geduurd voor ik dat hier kon rapporteren. Dit weekend slaan we een keertje over, want 34 graden is toch wat veel van het goede om bij te gaan wandelen. Maar natuurlijk prima om verslag te doen van vorige keer.
Vorig weekend liepen we van Sleen naar Coevorden, wat voor de start wat logistieke ingewikkeldheden met zich mee bracht. Dit is de etappe die een aantal andere lopers die ik ken nog moeten doen, omdat er nauwelijks een goede verbinding tussen begin- en eindpunt te vinden is. Gelukkig wonen mijn ouders in Emmen, dus na een kopje koffie vertrokken we met twee auto's richting Coevoerden, om daarna met één auto door te rijden naar Sleen. Onderweg zagen we de gitzwarte, laaghangende wolken van de enige voorspelde bui van die dag al hangen; volgens de regenradar een rode vlek met daarin een zwarte vlek, die eerst om half 12 zou vallen, toen om 12 uur, en toen om half 1. Om klokslag 12 uur (de laatste starttijd die we ooit gehad hebben) stonden we in Sleen voor de kerk, het beginpunt van de route. We besloten gewoon te gaan lopen, na ongeveer een halfuur zouden we precies in een bosje zijn, waar we zouden kunnen schuilen voor de regen. Dat er ook onweer in de bui zou kunnen zitten, negeerden we maar even.

Het eerste stuk van de route is een rechte lijn Sleen door; niet de interessantste plaats waar we tot nu toe doorgelopen zijn. Rond half 1 waren we inderdaad in het bosje, waar een stel kinderen een boomhut had gebouwd. Een snelle blik op de regenradar liet zien dat de gevreesde bui in tweeën was gebroken, nu bestaande uit twee rode vlekken met daarin zwarte vlekken, die precies ten noorden en ten zuiden van ons langs gingen. Een paar druppels, dat was alles wat we gevoeld hebben. Later ontdekten we hoeveel geluk we hebben gehad, want het was echt een ontzettend zware bui, maar dat wisten we toen nog niet.

De noordelijke bui, met een ironische sproei installatie.
De route voerde door suikerbiet- en aardappelvelden tot we bij de Jongbloedvaart kwamen, die we volgden tot we bij de Verlengde Hoogeveensche Vaart kwamen. Hieruit bleek nog iets meer dat 'water' het thema van deze etappe was. De Hoogeveensche Vaart voerde ons door Holsloot, wat ik zelf vooral kende als een knooppunt op de snelweg, maar ook daadwerkelijk een plaatsje bleek te zijn. Hier waren drie draaibruggen over het water die door een ongeïnteresseerde puber bediend werden voor alle (vooral Duitse) bootjes.

Bootje op de Vaart.
Daarna was het weer vooral door de velden, door Den Hool en Den Haar en Dalerveen. We kruisten het Drostendiep, waarvan het boekje vermeldde dat het 'niet meer dan een flinke sloot!' was, terwijl wij het toch een aanzienlijke waterweg vonden. Het grootste deel van de route ging over asfalt, met auto's die met 80 kilometer per uur aan kwamen stormen en soms op het laatste moment pas uitweken. Niet een heel fijn stukje van het Pieterpad. Het was inmiddels zonnig en warm; dit keer hadden we gelukkig wel aan zonnebrand en zonnebrillen gedacht, want er was weinig beschutting.

Rechte asfaltwegen langs oneindig grasland.
Gelukkig konden we op een gegeven moment afslaan naar een schelpenpad langs datzelfde Drostendiep, waardoor we verder van de weg af liepen. Omdat we behoorlijk laat begonnen waren, hadden we niet verwacht nog mede-Pieterpadders te zullen zien, maar zoals zo vaak liepen we deze laatste kilometers weer in colonne; twee andere stellen en een wandelaar alleen. Die laatste liep met bepakking en in een heel traag tempo, maar omdat hij ruim twee meter was bleef hij ons toch een hele tijd voor.

De 'flinke sloot' als enige natuurlijke stukje op de route.
Na weer een asfaltweg en een stukje onverharde weg dat pal langs een N-weg liep, kwamen we in Coevorden, waar de route vrijwel dwars doorheen ging. Het pad volgt de zigzag route van de oude vestingwerken en kwam uiteindelijk uit bij het station, waar we onze auto konden weerzien.

Hoe oninspirerend de vorige etappe ook was; deze was eigenlijk nog een tikje erger. Etappe 6 was vooral veel bos, maar dat voelde als daadwerkelijk door de natuur lopen. Deze etappe heeft op het bosje met de boomhut na geen enkele beschutting, het is echt alleen maar aardappel-, suikerbiet- en grasvelden, zo ver het oog reikt. Misschien maken al die mensen die deze etappe eerst overslaan nog niet zo'n heel gekke keuze. Dit was de laatste etappe in het blokje 'Het Drents Plateau'; etappe 8 is in het blokje 'Het Vechtdal'. Ik hoop dat dat weer wat meer onverharde wegen door de natuur zal geven, als we Drenthe achter ons laten en Overijssel in lopen.

Gelopen: 2-8-2020
Afstand: 21,6 km
Tijd: 4:35